Tijd aan mezelf — ik begrijp het nu.
Toen mijn moeder nog leefde zei ze dat regelmatig. De klok is zachter gaan tikken, de dagen zijn hun haast verloren. Zelfs de seizoenen schuiven voorbij zonder dat ik nog het gevoel heb ze te moeten bijhouden. Zaterdagen zijn niet langer boodschappendagen. Ik mijd de drukte bewust. In plaats daarvan trek ik eropuit met Huub. We dwalen door het bos, luisteren naar het ritselen van de bladeren, of laten de wind over het strand onze gedachten uitwaaien. Het zijn simpele momenten, maar vol betekenis. Mijn werkzame leven als industrieel ontwerper ligt achter me. Het voelt niet als een verlies. Ik heb nooit mijn identiteit volledig aan mijn werk opgehangen. Werk gaf structuur, uitdaging, soms voldoening — maar het definieerde mij niet. Natuurlijk mooie projecten, producten, patenten waar ik met plezier aan terug denk. Soms onbewust zit ik onder “mijn” lamp in een publieke ruimte. Er zijn dingen die ik nu niet meer kan. Gitaarspelen, iets wat ik sinds mijn vijfde deed, is niet meer vanze...