Armando
We zaten aan de lange, oude Franse tafel waar een paar kuiltjes in het grenen tafelblad zaten. In vroegere tijden werd dat gebruikt om zout in te doen. Alhoewel ik niet zo van het logeren was, was ik graag bij mijn neef en nicht. Het begon al met de treinreis en zonder lyrisch verhaal hoe ik naar het landschap keek door de, met de onvermijdelijke nicotine aanslag op het geharde glas in de 2e klasse. Daar stond mijn nicht al te wachten op het kleine station.
Het was warm in het voorjaar en mijn neef had per ongeluk de tuin goed bemest met paardenmest, iets wat weinig goed deed voor de nieuwe aanplant. Ze waren verhuisd van een flat in Haarlem naar een huis met tuin en garage. Ik herinner me hoe ik in Haarlem terwijl mijn achterneven al op bed lagen mijn nicht mij de bouwtekeningen liet zien. De paarse stoel in wave vorm op de grond. Af en toe keek ik op naar de potlood tekeningen en het ingelijste gescheurde papier. Aan de muur een olieverf schilderij van een hoofd.
Het schilderij hing aan de muur bij de tafel, ik zat samen met mijn neefje aan tafel en onder het lezen van Lucky Luke pulkten we zo af en toe wat verf van het schilderij. In onze beleving kon de dikke verf laag dat gemakkelijk hebben. Ik vond het mooi werk maar vond het moeilijk te benoemen thuis. Op TV hoorde ik iemand zeggen nou en aap ken dat ook hè? Ik dacht werkelijk dat ze me raar zouden vinden omdat ik het mooi vond.
Pas veel later besef je wat een voorrecht het is om gewoon thuis naar een werk te kijken, aan te raken, te ruiken van een kunstenaar wiens werk in de Nederlandse musea hangt. Ooit kwam er een gepantserde wagen bij mijn neef voorrijden die furieus reageerde op de levering van een immens doek. Het bleek een erfenis bij leven te zijn, vriendschap heeft geen prijs. Ooit heb ik hen een lamp gegeven naar eigen ontwerp omdat dat gewoon paste in en bij de keuken van mijn nicht. Als malle Pietje ging ze te keer met de potten en pannen uit de keuken, een hels kabaal.
Kort na mijn eerste hartoperatie nodigde mijn neef me uit om naar het Cobra museum te komen om een opening van een tentoonstelling bij te wonen. Omdat ik niet zo ver kon lopen mocht ik zitten echter stond mijn naam niet op een kaartje die netjes gevouwen op de stoelen lagen. Mijn neef pakte een willekeurig kaartje, knipoogde en zei, goh wat vervelend meneer Molenaar is verhinderd. Pas na de dood van mijn moeder zag ik haar gezicht in zijn gezicht.
De gebruikelijke entourage waar ik me zo aan kon irriteren was niet aanwezig. Dames van gevorderde middelbare leeftijd met grote rode brillen en disigual veelkleurige jassen die om de kunstenaar zwermden, althans zo zag ik het. Ooit ben ik de hemel in geprezen, welgemeend en goed bedoeld maar mij doe je er geen plezier mee. Laat me gewoon maar mijn eigen gang gaan, mijn eigen koers varen.
Reacties
Een reactie posten