Solingen
Ik mis Solingen en vandaag reed ik met Google maps naar de Oberstrasse en de Bevertalsperre. De laatste keer dat ik er was, was voor de begrafenis van Volker. Zijn vader Günter, meubelmaker, was mijn peetoom. Als ik me ergens thuis voelde in mijn jeugd was het in Solingen bij ome Günter en tante Rosie. Een vriendschap die in 1946 ontstond tussen mijn ouders en de familie Lang. Een vriendschap die ook over generaties heen ging.
Ik mis de zoetig weeïge geur van het hout in de Werkstatt, de houtkachel die een zacht zwaar geluid voortbracht, de Feldtelefon uit de Krieg, zijn blauw grijs gestreepte schort. De taarten van mijn tante als tegen 15:00 uur de telefoon rinkelde en de Kaffee mit Kuchen klaarstond. De Buttercreme Torte die ze speciaal voor mij bakte omdat ik het zo lekker vond, de Kartoffelsalat mocht voorproeven. Mijn oom die de gitaar pakte en begon te zingen, Wir wandern, wir wandern von einem ort zum anderen. Mijn eerste Duitse woorden.. Scheisse, Schade, Schubkarre schieben wird mit sch geschreiben, daarna volgende een vermanende Günter! Van mijn tante Rosie… tritt se fur die Schiene Toni
Ik mis zelfs de fijne, dikke modderlaag in de Bevertalsperre. Urenlang op een steiger liggen en naar de vissen kijken. Altijd regen, in de ochtend de berg op naar het Büdchen om Brötchen te halen. De vochtige caravan, fris maar een veilige haven met geheime opbergruimte onder de banken.
Ze zijn dood, op de twee dochters van Volker na is iedereen dood en ik mis ze.
Reacties
Een reactie posten