Wat is het mij waard?
Soms schrijf ik niet om te overtuigen, maar om te tasten in het duister van gedachten. Geen oordeel, geen stelling die roept om strijd, slechts een fluistering in de marge van wat zou kunnen zijn. Ik werp een zin de wereld in, geen aanval, geen verdediging alleen de bal rolt, zachtjes, tussen zinnen door. Maar dan zie ik hoe emoties opvlammen, hoe woorden vonken slaan in hoofden die branden. En vreemd genoeg juist dán bonkt mijn eigen hart te luid, hartpatiënt alsof het zich wil weren tegen de onrust van een ander. Ik trek mijn jas aan, loop met Huub door het ruisen van het bos, en adem uit in de stilte van het denken. Vrijheid van meningsuiting… wat is het mij nog waard, als luisteren verloren lijkt in het lawaai van het gelijk?