Het verschil: Zomer 1976 – Hittegolf in IJmuiden

Het was de zomer van 1976. Ik was dertien jaar oud en de zon scheen wekenlang alsof het nooit meer op zou houden. Alles trilde in de hitte – de straten, de huizen, zelfs de lucht. Geen zuchtje regen, alleen warmte, droogte en dat allesoverheersende licht.


Op een van die bloedhete dagen stapte ik op de fiets naar IJmuiderslag. Het zadel brandde bijna door mijn korte broek heen, maar ik trapte door – de wind door mijn haar, mijn sandalen bungelend aan mijn tenen. IJmuiden achter me latend, klom ik langzaam omhoog de duinen in.


Daar, tussen het helmgras, voelde de wereld even anders. De lucht rook naar droog zand en zout. Het gras ruiste zacht in de wind. Boven op het duin voelde ik de eerste streling van de koele zeebries – een zeldzame verademing na die verstikkende warmte van de stad of dorp.


Helder, diepblauw, zonder de gebruikelijke schuimkoppen. We renden met een paar vrienden het strand op, gooiden onze handdoeken in het zand en renden de golven in, zonder nadenken. Het koude water sloeg tegen mijn borst, mijn armen, en ik voelde mezelf lachen. Echt lachen.


Na uren in het water, op het strand, in de zon, begon de terugtocht. Verbrand, moe, dorstig – en toen kwam het besef: ik was mijn fietssleutel verloren. In het zand? In de zee? Geen idee. Dus daar liep ik, langs de Heerenduinweg, met mijn fiets aan de hand, het achterwiel tilde ik op, het voorwiel rolde. Het asfalt was zo heet dat je de lucht erboven kon zien trillen. Mijn voeten gloeiden in mijn sandalen. 


Het was zwaar, maar het hoorde erbij. Zo ging dat toen. Geen hitteplan, geen waarschuwingen, geen koeling behalve de zee. Alleen wij, de zomer, en de lange weg naar huis.


En ergens, diep in mijn geheugen, ruist het helmgras nog steeds.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Barbara overpeinzingen

Huisarts

De oliedop