Posts

Ton is boos

  Gisteren liet ik Huub uit bij MH17, ik voel me al een tijd niet 100% maar daar heeft Huub niet om gevraagd, die moet rennen en zwemmen. Als ik hem dat niet kan bieden voel ik me zelfs schuldig omdat ik de vorige eigenaren plechtig heb beloofd goed voor Huub te zorgen. Ik parkeerde ik mijn auto en legde de parkeerkaart zoals altijd op mijn dashboard.   Toen ik de deur opendeed rende Huub naar buiten en ik liep zijn kant uit. Een man, kaal, zo een mouwloos shirt aan met gevaarlijk ogende spierballen. Huub kwam uit de sloot toen ik hem infloot en wees dat hij naast mij moest zitten. Dat doet Huub altijd netjes, en vaak reageren mensen dan… zó die luistert goed. Zo anders ging dat gisteren.  De man passeerde ons en mompelde iets… toen ik vroeg wat hij zei draaide hij zich om en begon, ik zal je invalide schoppen kanker mongool. Zo te zien ben jij niet gehandicapt maar gewoon een luie kanker lul. Of ik dat nu als een compliment moest zien ontging me omdat hij dreigend met zi...

Kleine oma

Na de Eerste Wereldoorlog, in de crisisjaren, kwam ze vanuit Düsseldorf naar Haarlem. Negentien jaar moet ze geweest zijn. Haar moeder was overleden, haar vader hertrouwd met een jonge vrouw van amper vierentwintig die haar niet in huis wilde. Er was armoede, er was gebrek, en dat was het argument om haar weg te sturen. Mijn oma was klein van stuk, een meter vijfenzestig hoog, maar haar armen waren gespierd. Met diezelfde armen had ze ooit de metalen steel van een stofzuiger kromgebogen. Een kleine krachtpatser, maar wij konden het niet met elkaar vinden. Ik was een jaar of twaalf, dertien, toen ik een opmerking maakte die haar niet paste. Ik hoor haar nog: “Mein Haus aus!” Het buskaartje dun en kwetsbaar in mijn hand, maar stevig genoeg om me weg te dragen in lijn 70 richting IJmuiden. Daarna ben ik nooit meer teruggegaan. Op haar sterfbed vroeg ze naar iedereen, behalve naar mij. Toch herinner ik me de zaterdagen op het Tuinlaantje. Mijmeren op de zwart-skaien bank met rode kriebelbe...

Herinneringen in Klank en Ruimte - Cracked Actor

Telkens als ik Cracked Actor van het album David Bowie – At The Tower Philadelphia hoor, ben ik weer even terug in die ene regenachtige namiddag. Buiten sloegen de druppels ritmisch van de wind tegen de ramen, binnen zat ik op een kruk aan mijn smalle bar met mijn huiswerk, al half natgeregend van de terugweg van school. Mijn spijkerbroek plakte nog een beetje aan mijn benen — dat oncomfortabele, koude gevoel, maar ook iets vertrouwds. De tocht naar huis leidde altijd via dat ene lange fietspad, wind tegen langs het duin, het betegelde fietspad waar de plassen niet te ontwijken waren. Mijn kamer in de van Ostadestraat in IJmuiden was klein, nauwelijks 2 bij 3,5 meter, maar het was mijn wereld. Eén wand was een kastenwand, bijna tot aan het plafond. Aan het plafond hing een visnet waar schelpen en ansichtkaarten tussen verstrikt zaten, souvenirs van zomers aan zee. Een papieren Coca Cola-lamp verspreidde zacht, dof licht, en de muren waren beplakt met posters van Bowie — Ziggy, Aladdin ...

Tijd aan mezelf — ik begrijp het nu.

Toen mijn moeder nog leefde zei ze dat regelmatig. De klok is zachter gaan tikken, de dagen zijn hun haast verloren. Zelfs de seizoenen schuiven voorbij zonder dat ik nog het gevoel heb ze te moeten bijhouden. Zaterdagen zijn niet langer boodschappendagen. Ik mijd de drukte bewust. In plaats daarvan trek ik eropuit met Huub. We dwalen door het bos, luisteren naar het ritselen van de bladeren, of laten de wind over het strand onze gedachten uitwaaien. Het zijn simpele momenten, maar vol betekenis. Mijn werkzame leven als industrieel ontwerper ligt achter me. Het voelt niet als een verlies. Ik heb nooit mijn identiteit volledig aan mijn werk opgehangen. Werk gaf structuur, uitdaging, soms voldoening — maar het definieerde mij niet. Natuurlijk mooie projecten, producten, patenten waar ik met plezier aan terug denk. Soms onbewust zit ik onder “mijn” lamp in een publieke ruimte.  Er zijn dingen die ik nu niet meer kan. Gitaarspelen, iets wat ik sinds mijn vijfde deed, is niet meer vanze...

Huub in de Weelde

Het was even na negenen toen ik de Weelde in liep, Huub aan mijn zijde, zoals altijd wat te ver vooruit, alsof hij iets wist wat ik nog moest ontdekken. De lucht stond stil, slechts een enkele merel doorbrak de ochtend met een gezang. Onder de bomen was het koel, het zonlicht lag in stroken op het hobbelige pad, dat we kenden als onze broekzak, maar dat toch telkens nieuw leek — als een oude vriend die onverwacht begint te vertellen over iets wat je nooit geweten had. We staken het houten bruggetje over. Huub stond stil, zijn oren in de wind, ogen op het riet. Een seconde later sprong hij, zonder waarschuwing. Hij verdween tussen het riet, het kroos week uiteen. Ik wachtte. Toen ik zijn kop niet meer zag, floot ik hem in met het signaal wat hij al 6 jaar kent. Niets. Alleen het trillen van een rietstengel, de stilte van het opgeschrikte gras. Mijn hand ging naar de tracker. Geen signaal. Natuurlijk. App bijwerken. Verbinden. Kijken. Nog steeds niets. Mensen liepen langs. Honden draafde...

Zomer 2025 – Hitte in de Schaduw

Zomer 2025. Ik ben 62 nu. De zon brandt twee dagen op het dak alsof hij het op ons gemunt heeft. Vroeger vond ik de zomer een feest — nu is het iets om je tegen te wapenen. Zodra ik wakker word, druk ik op het knopje: rolluiken omlaag, zonnescherm uit. Alles om die verzengende hitte buiten te houden. De airco bromt zacht op de achtergrond. Niet te hard, niet te koud — ik wil geen keelpijn, alleen overleven. Op tv begint het NOS Journaal. Natuurlijk weer over het weer. “Code oranje”, zeggen ze. “Let op kwetsbare groepen, drink genoeg, vermijd inspanning.” Ik knik, alsof ik aangesproken word. Het Nationaal Hitteplan is weer van kracht. Overal koele plekken, waarschuwingsapps, hittecoaches in zorginstellingen. Het klinkt allemaal logisch, maar het maakt me ook weemoedig. Vroeger stapten we gewoon op de fiets. Ik loop naar de vriezer en haal een Hertog-ijsje tevoorschijn — citroenijs, mijn favoriet. Op de achtergrond piept de nieuwslezer: “Zwemmen in natuurwater kan leiden tot huidirritati...

Het verschil: Zomer 1976 – Hittegolf in IJmuiden

Het was de zomer van 1976. Ik was dertien jaar oud en de zon scheen wekenlang alsof het nooit meer op zou houden. Alles trilde in de hitte – de straten, de huizen, zelfs de lucht. Geen zuchtje regen, alleen warmte, droogte en dat allesoverheersende licht. Op een van die bloedhete dagen stapte ik op de fiets naar IJmuiderslag. Het zadel brandde bijna door mijn korte broek heen, maar ik trapte door – de wind door mijn haar, mijn sandalen bungelend aan mijn tenen. IJmuiden achter me latend, klom ik langzaam omhoog de duinen in. Daar, tussen het helmgras, voelde de wereld even anders. De lucht rook naar droog zand en zout. Het gras ruiste zacht in de wind. Boven op het duin voelde ik de eerste streling van de koele zeebries – een zeldzame verademing na die verstikkende warmte van de stad of dorp. Helder, diepblauw, zonder de gebruikelijke schuimkoppen. We renden met een paar vrienden het strand op, gooiden onze handdoeken in het zand en renden de golven in, zonder nadenken. Het koude water...